Munnickenveld 21

Anno 1682
Rijksmonument
Eigendom van Vereniging Hendrick de Keyser


Claes Stapelhofje (2024)

Munnickenveld 21A t/m G, Claes Stapelhof
Waar nu het Munnickenveld is, lag vroeger een weiland dat genoemd werd naar
de kloosterlingen die in het ernaastgelegen, in 1457 gestichte, klooster woonden
(het tegenwoordige St. Pietershof). Eind 16de eeuw werd het grachtje gegraven.
Het veld werd rond 1600 bestraat.

In 1682 kochten notaris Claes Stapel, koopman Pieter Bos en Jan Koeckebakker
twee woonhuizen uit het begin van de 17de eeuw aan het Munnickenveld:
nummer 15/17 en 19. Zij hadden het plan om naast en achter deze panden een
hofje te stichten: het Claes Stapelhofje of Vrouwenhofje, zoals het
oorspronkelijk werd genoemd. Het was bedoeld om onderdak te bieden aan zich
onberispelijk gedragende arme weduwen en oude vrijsters van alle gezindten,
met uitzondering van de Rooms-katholieke en de Lutherse. Op de plaats van het
hofje kochten de drie mannen huizen aan, waarvan een gedeelte werd gesloopt
en een gedeelte werd opgeknapt. De westelijke vleugel werd waarschijnlijk kort
na 1682 gebouwd. De oostelijke vleugel werd vermoedelijk iets later gebouwd.
In 1876 werd het hof aan de noordzijde met nog een huisje uitgebreid. Ook werd
aan deze kant in 1895 een regentenkamer gebouwd. Uiteindelijk ontstond er zo
een rechthoekig complex met 11 eenkamerwoninkjes en de regentenkamer rond
een binnentuin.

De woninkjes van de twee hoofdvleugels hadden een oppervlakte van 3,5 bij 4,5
meter. Ze liggen onder een doorlopend zadeldak. De oude indeling is bekend
door een opmeting uit 1944, Elke woning had een voordeur met daarachter een
portaaltje en een venster in de voorgevel. Tegen de zijwand met het portaaltje
was een bedstede geplaatst. Tegen de andere zijwand lag een stookplaats. Via
een steektrapje kwam men vanuit het portaaltje op de zolder. Op de zolder was
een extra kamertje. Dit kon omdat de achtergevel hoger was ‘opgetrokken dan de
voorgevel. Een gemeenschappelijke keuken bevond zich in 1944 in een van de
twee panden aan het Munnickenveld die toen nog bij het hofje hoorden.

Het hek van giet- en smeedijzer dat het hofje aan de straatzijde afsluit, werd hier
rond 1870 geplaatst. Het poortje uit 1620 dat toegang tot het hofje geeft werd
hier in 1956 geplaatst en is afkomstig van de vroegere Latijnse school in de
Kruisstraat.

In de jaren ’30 werden de geveltjes van de huisjes in het hofje gerestaureerd.
Hierbij werden oude kalklagen verwijderd.
Het hofje werd in 1979 door de in 1972 opgerichte Stichting Stadsherstel Hoorn
overgenomen van de regenten van het hofje. De twee woonhuizen
Munniekenveld 15/17 en 19 waren niet bij de overdracht inbegrepen.
Restauratie van het hofje was al lange tijd hard nodig, maar de regenten hadden
hier geen geld voor. Dit was niet opzienbarend; het hofje had regelmatig met
geldproblemen te kampen. In 1710 was het zelfs bijna bankroet gegaan, maar
door ingrijpen van het stadsbestuur toch weer gered. Veel vaste inkomsten had
het hofje niet, want de bewoonsters hoefden geen huur te betalen. Op een
gegeven moment werd wel aan nieuwe bewoonsters een bedrag van f50,- bij
intrede gevraagd. Verder was men voor inkomsten afhankelijk van legaten,
giften, schenkingen en de rente van het vaste kapitaal.

Van de inmiddels zes woninkjes waren er vóór de restauratie in 1980/1981 nog
maar vier bewoond. De muren waren gescheurd en gevels hingen scheef als
gevolg van verzakkingen. Door lekkende daken waren er grote vochtproblemen
in de huisjes ontstaan. Ook voldeed het wooncomfort van de huisjes niet meer
aan de eisen van deze tijd. Zo was er geen douche en geen CV. Na de
restauratie waren er zeven wooneenheden gecreëerd met een slaapkamer op de
eerste verdieping. Vroeger sliep men beneden. Op de begane grond kwam een
woongelegenheid met keuken. Ook werden er douches en CV geïnstalleerd. Het
vertrek dat de laatste tientallen jaren als regentenkamer was gebruikt, werd in de
oorspronkelijke staat hersteld, compleet met bedstee.

Na de restauratie werden de huisjes overgedragen aan de gemeente Hoorn en
veranderde de functie van het hofje. Het was geen oude vrouwenhofje meer. Er
mochten nu ook jongeren en mannen wonen. Bovendien moest er huur betaald
worden. Het hofje is in 1987 overgedragen aan de Vereniging Hendrick de
Keyser.
Bron: Huizen in Hoorn (Margriet Wigard 2001)


Bewoners
nummer 21
1928 Wed. H. Kolkman-Hoek
1928 Wed. B. Gravendijk-van Ede
1928 Wed. M. Boekel – de Groot
1928 Wed. J. Bartels-Kop
1928 Wed. P. v.d. Velde
1949 Claes Stapelhofje
1949 S.E. Duyfetter
1949 Wed. S. Van Gaaf-Wormsbecher
1949 Wed. A. van Goor-Veldhuis
1949 Wed. J.M. Kouwenhoven-van der Velde
1949 Wed. D. Zaal-Koster

nummer 21/4
1981 Mej. Visser (/4)

nummer 21/6
1981 L. J.M.Hoffmann (/6)

nummer 21/7
1981 W. Bakker (/7)

nummer 21A
1920 Wed. N. Demmendaal (A)
1964 M . de Vries (A)

nummer 21B
1920 Wed. Kromheer (B)
1949 F.J.M. Wiese (B)
1964 R. Klaver-Domper (B)

nummer 21C
1920 Wed. J. v.d. Berg (C)
1928 Wed. Jn. Stoppelsteen-Snijhorst (C)

nummer 21D
1920 Wed. Arends (D)
1964 E.M. Knap-Duijfetter (D)

nummer 21E
1920 Wed. H . Volten (E)
1964 A. de Groot-Hospes (E)

nummer 21F
1920 Wed. N. Mes, naaister (F)

nummer 21G
1920 Wed. Pluilaart (G)
1964 H. Strik-van der Rol (G)

nummer 21H
1920 Wed. J. van Berkel-van Enk (H)
1928 Wed. J. van Berkel-van Enk (H)
1964 S.E. Duijfetter (H)

nummer 21I
1920 Mej. N. Hakhoff (I)

nummer 21K
1920 Antje Bekker (K)
1928 Wed. D.S. Reek-Molenaar (K)

Bron: Hoorn, huizen, straten mensen (1982)